Vissen

Meerval in Westeinderplassen: onder het riet woont de visduivel

Beet 3 maart 2017 WesteindermeervalDe meerval is terug in Nederland, maar eigenlijk is ie nooit helemaal weggeweest. Terwijl deze soort overal verdween, hield in de Westeinderplassen een klein groepje stand. Deze van oorsprong inheemse populatie meerval telt tegenwoordig bijna tweeduizend exemplaren. Onderzoek heeft veel geleerd over gedrag en wensen van de grootste roofvis van Nederland.

Kijk in Burgerveen vlakbij Aalsmeer uit over de rietvelden in de Westeinderplassen en je kunt je een beetje voorstellen hoe West-Nederland er tweehonderd jaar geleden heeft uitgezien. Er was hier ooit meer water dan land door de eindeloze afgraving van het veen. Tientallen grote- en kleine veenplassen ontstonden daardoor, met rietvelden, sloten en drassige weilanden eromheen.

De veenplassen waren hooguit twee meter diep en warmden snel op; ze boden voedsel en leefgebied voor veel vissoorten. Het moet een visparadijs zijn geweest, vertellen bronnen uit de zestiende eeuw over de rijke aalvisserij in deze streek. Vissers en sluisbeheerders maakten doorlopend ruzie om de beste visstekken.

Bij de vangsten zat ook meerval, die toen val of visduivel werd genoemd. De Leidse natuuronderzoeker Laurens Theodorus Gronovius schreef dat deze vis in zijn tijd (rond 1750) veel werd gevangen in de uitgestrekte Haarlemmermeer. Ze kwamen vooral voor op plekken waar sloten en riviertjes uitkwamen in het grote water. Vissers zetten daar hun netten en vingen regelmatig meerval.

Contouren van Westeinderplassen op kaart van Haarlemmermeer uit 1740
Westeinderplassen stonden voor inpoldering in verbinding met de veel grotere Haarlemmermeer, waar ooit veel meerval werd gevangen. In rood de contouren van de Westeinderplassen op deze kaart van Melchior Bolsius uit 1740

Vrijwel alle plassen in de omgeving van Aalsmeer zijn tussen 1750 en 1860 verdwenen. Meer dan tweehonderd vierkante kilometer aan open water werd met molens drooggemaakt. Na het inpolderen van de allergrootste plas, de Haarlemmermeer rond 1850, werden meerval-vangsten snel schaars. Er kwamen nog enkele meldingen uit de Haarlemmerringvaart, Kagerplassen en de Rijn bij Leiden. Sommige exemplaren belandden op sterk water in de collectie van natuurmuseum Naturalis.

In het zuiden van de Westeinderplassen ligt 5000 vierkante meter rietzudden, schuilplaats van een genetisch unieke populatie meerval.
In het zuiden van de Westeinderplassen ligt 5000 vierkante meter rietzudden, schuilplaats van een genetisch unieke populatie meerval.

Geleidelijk verdween de meerval zo uit ieders herinnering. Toch was er een uitzondering: de Westeinderplassen, naast de Haarlemmermeerpolder. Terwijl de meerval in de rest van Nederland als uitgestorven te boek stond, bleven de meldingen hier binnendruppelen. In 1953 ving een beroepsvisser nog een exemplaar van 180 centimeter en 25 kilo. Het was lang het record voor dit water, tot het voorjaar van 2017.

Net als op de grote rivieren begonnen ook hier vanaf de jaren negentig het aantal meevalmeldingen gestaag toe te nemen. Dat was reden voor het Hoogheemraadschap van Rijnland om samen met Sportvisserij Nederland in 2012 en 2013 een groot onderzoek te doen naar deze inheemse meervalpopulatie. Zulk onderzoek helpt het beheer: als je weet hoeveel vis er zit, kun je in de gaten houden hoe de aantallen zich ontwikkelen. Het onderzoek moest ook meer vertellen over waarom juist in de Westeinderplassen de meerval zich thuis voelt.

Voor het onderzoek werd de hulp ingeroepen van Theo Rekelhof, visser uit een familie die hier al vier generaties vist. Hij kent het water goed en weet waar meerval vaak wordt gevangen. Om erachter te komen hoeveel meerval er voorkomt, werd een flink aantal vissen (388) gevangen en van een elektronisch merkje (PIT-tag) voorzien, wat lijkt op het chippen van een huisdier. Door een half jaar later weer te vissen op meerval en met een scanner te kijken hoeveel er een onderhuids merkje hebben kan een bestandsschatting worden gemaakt.

Uit dat onderzoek blijkt dat er zo’n 1700 meervallen in de Westeinderplassen zwemmen. De leeftijdsopbouw ziet eruit zoals je verwacht bij een gezond bestand: relatief veel jonge exemplaren van rond de vijfendertig centimeter en minder oude bakbeesten. Toch zaten er ook forsere exemplaren tussen van meer dan 150 centimeter en 22 kilo. (…..)

Artikel verschenen in Beet 3 maart 2017

Cover Beet 3 2017