BlogLifescienceVissen

Kierbesluit: haring en snoekbaars in hetzelfde water

Kierbesluit

In 2018 gaan de Haringvlietsluizen echt op een kier. Bot, diklipharder, haring en zeebaars zullen we vaker tegenkomen; voorn en brasem juist minder. Snoekbaars lijkt meer bewegingsvrijheid en een grotere prooikeuze te krijgen.

De Haringvlietdam verbindt Goeree-Overflakkee met Voorne-Putten, en de dam werd na veertien jaar bouwen in 1970 in gebruik genomen. De totale lengte bedraagt 4,5 kilometer, het sluiscomplex is 1 km lang. De dam telt 17 spuiopeningen van elk ruim 56 meter breed. Elke opening heeft twee schuiven, die afzonderlijk worden bediend.De stand van de 34 schuiven wordt bepaald door de afvoer van Rijn en Maas. Zeventig procent van het water uit de grote rivieren stroomt via de Haringvlietdam naar zee: zo’n dertig miljard kubieke meter. Met
het van start gaan van de Kier in 2018 zullen enkele van de 34 schuiven in de dam veel vaker en langer openstaan dan nu het geval is.

Er wordt al sinds de jaren negentig over gesproken: zet de Haringvlietsluizen op een kier zodat trekvis als zalm, zalmforel, fint, paling en zeeprik makkelijker kan passeren. Die vissen staan nu nog regelmatig voor een dichte sluisdeur, of ze hebben moeite met de plotselinge overgang tussen zout en zoet. Het stimuleren van de trek van zeldzame soorten als de zalm klinkt allemaal mooi, maar de gevolgen voor de gehele visstand baren sommige sportvissers toch zorgen.

Want met open sluizen komt bij vloed ook zout water naar binnen. En wat gebeurt er dan met de witvis, karper, baars en snoekbaars? Het is zeker niet zo dat we in het duister tasten over de gevolgen van dit project. Er is in dertig jaar tijd veel historisch onderzoek en veldwerk gedaan. Dat onderzoek geeft een aardig beeld
van de mogelijke gevolgen van het vaker openstaan van de sluisdeuren.

Beet 3 maart 2016Artikel verschenen in Beet 3, maart 2016